Voor onze commissie van de Hervormde kerk waren het drukke weken: 3 september “de dag van de Lauwers”, 10 september “Open monumentendag” en afgelopen vrijdagavond een optreden van het Nedersaksisch Vocaal Ensemble. Acht uur was de aanvang en we werden in stijl ontvangen.
Vele mensen hebben aan de oproep van mede zager Jan Hut gehoor ge geven om deze avond het koor eens te horen zingen. Jan zit al een aantal jaren bij dit koor, zou het fijn vinden dat ze een keer in Visvliet zouden komen zingen. Zijn eigen verjaardagsfeest vond hij een mooie gelegen heid om hen uit te nodigen voor een optreden. Normaal oefenen ze altijd op de vrijdagavond. Dus nu geen oefening maar een optreden. Voorafgaand was er een kopje koffie of thee voor de gasten en het koor.
Het koor zingt in het nedersaksisch, (Wikipedia: Het Nedersaksisch of West-Nederduits (Duits: Niedersächsisch) is een in Nederland en Duitsland officieel erkende taal die bestaat uit een groep niet-gestandaardiseerde Nederduitse dialecte), maar ze zingen ook in Nedersaksische streektalen zoals Gronings, Drents,Twents, Stellingwerfs, Sallands, Achterhoeks en Platt Duuts.
Het NsVE komt voort uit een projectkoor dat speciaal werd geformeerd voor het Ede Staal Festival, dat in maart 2006 in Winschoten werd gehouden. Voor dit éénmalige optreden meldden zich zo’n 220 zangers en zangeressen uit diverse bestaande koren in Groningen en Drenthe. Zij zongen daar negen liedjes van Ede Staal.
Het optreden werd een daverend succes en smaakte naar meer. Op 30 mei 2006 werd de oprichtingsvergadering gehouden en was het Nedersaksisch Vocaal Ensemble een feit: een koor dat uitsluitend zingt in de diverse streektalen van het Nedersaksisch taalgebied.
Voor diegene die het wat minder konden volgen, werden sommige teksten of toevoegingen afgebeeld op een groot scherm.
Het was even weer genieten. Zeker voor Jan, want ook die werdt aan het einde van de avond nog even extra door het koor toegezongen.
Her koor werd gedirigeerd door: Edwin Romp en door Christina G. Papadopoulou op piano ondersteund.
Foto’s: Willem de Jong.