Het is een mooie, verstilde avond: 4 mei 2022. In de Heirweg verzamelen zich een veertigtal mensen bij de Oudheidskamer. Agda van der Vlis noemt de namen van de joodse mensen die uit Visvliet gedeporteerd en vermoord zijn: Mozes Israëls, Rebecca Israëls-Cozijn, Salomon Israëls en Jette Israëls. Kinderen leggen rozen bij de struikelstenen.
Ook worden Hielke v/d Wal en Pieter Radema vanaf deze plaats genoemd en herdacht. Vermoord voor daden om anderen te helpen.
Daarna gaat de stille stoet richting de begraafplaats. Ondertussen klinkt de klok van het witte kerkje.
Bij het monument wordt er een kring gevormd.
De tekst bij het monument:
‘Vanuit het oosten komend zie je een steen. Wit, groot, dreigend. Het is het kwaad, opkomend uit de goede grond. Klein en kwetsbaar daaronder mensen. Ze babbelen, doen hun dingen. Wij zijn het. Achter de steen, verscholen, een mens, onherkenbaar, anoniem, eenzaam, die zich verzet, het kwaad probeert tegen te houden. Het late licht uit het westen licht hem even op om daarna weer snel te laten verdwijnen in de duisternis. Vergeten. In zijn lichaam staat gebrand: ‘Wint het kwaad? ‘Een oproep aan ons allen.’
Agda houdt een toespraak over het herdenken van de mensen die zijn overleden in de oorlog. Niet alleen toen, maar ook nu in oorlogen over de hele wereld, waarbij we op dit moment natuurlijk ook denken aan de oorlogsslachtoffers in Oekraïne. Dat we nu weten wat er gebeurt en dat we kunnen handelen, in opvang en bijstaan van vluchtelingen.
Het Wilhelmus klinkt over de begraafplaats.
Er volgt een stilte nadat the Last Post is gespeeld……. De stoet gaat weer terug naar Visvliet, de late zon schijnt door het nieuwe groen.
Tekst: Jasja Notelman, Foto’s: Theun de Wit.