Jaap Haan was 18 jaar en kwam bij zijn oom Gosse Douma, Eise Eisingastraat te werken als schildersknecht. Die had 5 personen aan het werk. Zij deden veel werk voor de boeren in de omgeving. Timmerbedrijf Kiestra deed het onderhoudswerk en schildersbedrijf Douma verfde de boel dan op.
De boeren haalden zelf de ladders op , want men deed alles op de fiets. Ook nieuwbouw en zwembaden werden van een nieuwe verflaag voorzien. Later had Douma zelf een auto, een VW kever waar de ladders op de imperial werden vervoerd. De ladders gleden er ook een keer af onder het rijden.
Bij het behangen werden er latten op de muur gespijkerd en dan met hele kleine spijkertjes werd er linnen opgespijkerd en daarna kranten opgeplakt. Dat moest wel strak en als de kranten droog waren kwam er behang op. De grote schaar werd er voor gebruikt.
1x per jaar gingen ze naar café Wouda en café Ploeg om de vloer te verven, het café was dan een weekend dicht.
Ze mengden zelf de verf en op een stukje glas zagen ze of de kleur goed was
Na 15 jaar ging Jaap werken bij Afman in Zuidhorn en later naar Nico Kool, waar hij in de nieuwbouw werkte.
Tekst: Johanna en Nittert Marinus
