Binnenkort is het weer Sint Maarten en lopen de kinderen met lampions langs de deuren.
Dorpsgenoot Antje de Wit († 2002) heeft over sint maarten een boekje geschreven met verhalen, liedjes en wetenswaardigheden over sint maarten. Vorig jaar hebben we een verhaal uit dit boekje op deze site gezet, ook dit jaar willen hebben we een verhaal uit dit boekje overgenomen. Antje schreef de verhalen zo dat ze hier in het dorp beleeft werden. Zo ook in dit verhaal.
Het angstige Sint Maarten – avontuur
De lucht is donker. Het heeft de hele dag geregend en gewaaid. En dat is helemaal geen weer om langs de huizen te gaan, maar het is 11 november, dus gaat iedereen toch Sint Martinus-lopen. Petra en Gerda natuurlijk ook.
Ze gaan al vroeg weg, zo veel eerder kunnen ze ook weer thuis zijn. Als ze alle huizen hebben gehad en op weg naar huis zijn, zegt Gerda tegen Petra: “Wat zijn we vroeg klaar, er lopen nog een heleboel kinderen. Zullen we nog naar die twee huizen op de Oude Dijk gaan? Daar komt bijna niemand, dus dan krijgen we vast en zeker heel veel”.
Petra is er voor, dus gaan ze de Oude Dijk op. Maar het begint inmiddels al aardig donker te worden. Ze bellen aan bij het eerste huis, maar er komt niemand. Na nog een keer bellen komt er nog niemand. Gerda loopt om het huis en gluurt door de ramen. Alles is even donker, er is vast niemand thuis. Teleurgesteld lopen ze naar het tweede huis. Daar brandt volop licht. Ze bellen aan en de deur wordt geopend door een jonge mevrouw. Nog voor de mevrouw iets kan zeggen beginnen ze te zingen: “Sint Martinus Bisschop, Roem van alle landen.
De mevrouw vindt het liedje mooi, maar ze weet niets van Sint Martinus-lopen, want ze komt uit Amsterdam en daar wordt zoiets niet gedaan. Daarom nodigt ze de meisjes uit om binnen te komen. Ze vraagt te vertellen wie Sint Martinus was, waarom ze langs de huizen gaan en wat ze daar krijgen. Gelukkig heeft Juf vanmorgen alles over Sint Maarten verteld, zodat ze niet met de mond vol tanden zitten. Ze vertellen dat *Sint Martinus een heilige is, die in zijn leven veel voor de arme kinderen heeft gedaan. Daarom wordt op zijn begrafenis dag met lichtjes langs de huizen gelopen in de hoop dat de mensen iets aan de kinderen willen geven.
“maar de mensen zijn nu toch helemaal niet arm meer” zegt mevrouw. “waarom wordt het dan nog steeds gedaan?”
“Dat is traditie, mevrouw” , zegt Petra en voegt daar lachend aan toe, “We vinden het best fijn om iets in onze tas te krijgen. Moet u eens zien hoe vol onze tassen al zijn”. De beide meisjes laten enthousiast hun tassen zien, maar doen bovendien nog een graai in hun jaszak waaruit een hand vol geld tevoorschijn komt. “Dat hebben we ook gekregen” zegt Petra, “Maar dat willen we niet in onze tas hebben, geld doen we in onze jaszak”.
Mevrouw schenkt een kop warme chocolademelk in en pakt haar beurs. Nadat de meisjes de chocolademelk hebben gedronken, krijgen ze allebei vijf gulden.
“maar mevrouw dat is veel te veel”.
“Nee hoor, dat is voor jullie. Ik vind het zo fijn dat jullie zijn geweest en dat jullie mij over Sint Martinus hebben verteld”.
Na mevrouw hartelijk te hebben bedankt gaan de meisjes, blij verrast, langs de Oude Dijk terug naar huis. Het is al erg donker en het waait nog harder dan vanmiddag, toen ze van huis gingen. Gerda fluistert: “ben jij ook zo bang?”
“Nee”, zegt Petra, hoe kom je daarbij? Jij wel dan?”
“Nou een beetje wel”, zegt Gerda, “er zijn ook van die rare geluiden”. “Die geluiden komen door de bomen “, zegt Petra, “Omdat het zo hard waait”.
Toch pakt ze Petra bij de hand.
“Oh, kijk eens, mijn lampion is stuk en die van jou is uit gewaaid”. Zegt Petra bijna huilend.
Ze schrikken van het geluid van late vogels en als er een vleermuis over hun hoofden vliegt, ze zetten het op een lopen, zo bang zijn ze.
Ergens langs de kant van de dijk lopen een paar schapen, die schrikken van het harde lopen van de meisjes. Een schaap rukt zich los en zet het ook op een lopen, zonder te weten dat hierdoor de meisjes nog banger worden. Huilend proberen ze nog sneller te lopen, maar dan zien ze een hek. Gerda beduidt Petra dat ze over dat hek moet klemmen. Achter het hek gaan ze doodstil zitten, zodat het schaap hen niet kan zien. Maar het schaap heeft helemaal geen belangstelling voor de meisjes en rent langs de dijk terug naar de boerderij.
“He, he”, zuchten de meisjes opgelucht en klemmen weer over het hek terug. Nu snel op huis aan. Maar van hun lampion is dan helemaal niets meer over. Thuis vertellen ze over hun angstige avontuur, maar natuurlijk ook over die aardige mevrouw. En ze weten zeker dat ze volgend weer Sint Maarten-lopen langs de Oude Dijk, maar dan als het nog licht is.
*Meer info over Sint Maarten vind u elders op deze site.